Julien Prouharam
1873 - 1948
Artikel gepubliceerd in
De leeuw van Vlaanderen
Artois Boulonnais Henegouwen Thierache Vermandois Ponthieu
Maandblad van het Vlaamsch Verbond van Frankrijk
Nr. 30 - juni 1943
De geboorte van een Reuze
Als reactie op het korte verhaal van Nicolas Bourgeois, Reuzelied ou le Chant du Géant, dat in ons januarinummer verscheen, stuurde onze uitstekende vriend Julien Prouharam ons een lange brief, waarvan de volgende passages interessant zullen zijn voor onze lezers:
Ik lees, en ik beken dat ik het hoofdstuk van het korte verhaal in "Le Lion de Flandre" van de heer Nicolas Bourgeois heb herlezen en dat ik inwendig glimlachte bij elke regel die ik las, omdat elke regel in feite een zeer persoonlijke herinnering terugbrengt en mij precies 29 jaar terug in de tijd brengt, dat wil zeggen naar februari 1914, de geboortedatum van de reuze Jan den Houtkapper, van wie ik de eer heb de authentieke peetvader en zelfs een beetje... de vader te zijn.
Zijn kledij is eenvoudig, zelfs frustrerend", zegt Nicolas Bourgeois.
We waren met z'n vijven of zessen. die hem creëerden, ter wereld brachten, hem aankleedden, hem versierden en hem hielpen zijn eerste stappen te zetten onder de lichtgrijze hemel van het Vlaamse Steenvoorde.
Zijn lichaam werd gemaakt door een bekwame plaatselijke mandenmaker, pater Tillie, zijn maliënkolder is aan de binnenkant gevoerd met een hopbolster, geschonken door de heer Delobeau, de vader van de huidige burgemeester, en de jurk werd gesneden en gepast door César Gilloots, die u goed kent.
Wij vier van ons naaiden de stroken zine één voor één (een geduldig werkje, dat verzeker ik u) om de steken van de laubert te vormen. Het hoofd en de handen werden in Parijs in een speciaal voor dit soort werk ingericht atelier geboetseerd.
Van begin februari tot 22 maart, de datum van de eerste uitstap, werkten we elke avond incognito, met zeer weinig financiële middelen tot onze beschikking.
Op zondag 22 maart was alles klaar, behalve dat we beide handen misten. Het uitstapje was gepland voor de middag, en op de ochtend van die gedenkwaardige dag hadden de jachthoorns en trompetten, begeleid door een heraut, zoals gebruikelijk in ons Vlaanderen, luidkeels het feest aangekondigd ... na de vespers. We waren er helemaal niet gerust op.
Zou het treintje uit Vlaanderen, dat op dat moment rond 13.00 uur uit Hazebrouck aankwam, ons het langverwachte pakje brengen? We probeerden al een manier te vinden om de situatie op het laatste moment uit te leggen, om de publieke opinie in Steenvoorde voor te bereiden op deze ongelukkige tegenslag en om de verzorging van onze vriend Jan af te ronden, ging een aantal van ons die dag zonder avondeten.
Nicolas Bourgeois heeft gelijk als hij zegt: "Zijn heldendaden zijn nauwelijks vastgelegd in officiële documenten of in boeken met een grote oplage en er zijn geen grote archieven in een stad die door Philippe Auguste tijdens zijn veldtochten in Vlaanderen zo goed verbrand werd".
Zoals ik al zei, hadden we heel weinig middelen en kregen we zelfs geen geldelijke stimulans van het stadsbestuur. Tot overmaat van ramp had de deken tijdens de hoogmis niet veel ophef over ons gemaakt, omdat hij zijn kudde eraan had herinnerd dat het vastentijd was en dat het ongepast was om tijdens deze periode van boetedoening een wereldlijk feest te organiseren.
Ik had weinig financiële middelen en geen documentaire middelen.
Ik nam me voor om, om aan wat geld te komen, de programma's op te stellen en te drukken die bestemd waren om aan de aanwezigen te worden verkocht, om het publiek te interesseren waarvan we veronderstelden dat het het festival zou bijwonen.
Ik schreef de legende van Jan den Houtkapper en, om u een nauwkeurig relaas te geven, liet ik met opzet de naam van onze held vaag, want hij oefende verschillende beroepen uit: hij was houthakker, klerk, een deskundig wever en een bekwaam schoenmaker. Ik zei dat de legende...
hem Jan den Houtkapper, Jan den Wever of Jan den Schoenmaker noemde, drie beroepen die in de stad Steenvoorde hoog in aanzien stonden.
Op deze manier hoopte ik de volksstem te raadplegen, die niet zou nalaten zijn mening te geven, zei ik tegen mezelf.
Ik had in het verhaal vermeld dat mijn held ooit in de nabijgelegen bossen van Beauvoorde had gewoond, en dat hij er vele jaren had gewerkt hout gedurende vele jaren. Zo werd onze lokale reuze geboren en het was voor de naam van Jan den Houtkapper dat de menigte zich verzamelde.
César Gilloots had me verteld over een zekere Fromulus, die volgens Sanderus in de 12e eeuw heer van Steinfort was geweest, maar ik heb nooit de gelegenheid gehad over zijn heldendaden te lezen, evenmin als over die van Jan den Houtkapper. Misschien, moet ik zeggen... zeker, als de heer Nicolas Bourgeois, die een geleerde is, dit bescheiden werkje van bijna dertig jaar geleden zou lezen, zou hij al snel loze details, Byzantijnse hypotheses en lukrake reminiscenties, zelfs anachronismen vinden. In dat geval zou ik hem willen vragen mij te vergeven, slechts denkend aan de goede bedoelingen en het gebrek aan pretentie van een beginneling, die destijds meer in beslag werd genomen door zijn ondankbare baan als belastinginner, die veel tijd en veel werk vergde, waardoor hij weinig vrije tijd overhield... als archiefprospecteur.
Niettemin was het feest een groot succes. Die avond, in het Hôtel de Flandre op de Grote Markt van Steenvoorde, was het organisatiecomité compleet... César Gilloots, onze voorzitter, stelde me voor aan een vriend van hem als de auteur, of liever de vinder, van de held van het festival.
Ik kreeg complimenten van deze vriend, een plaatselijke notaris wiens naam ik niet wil onthullen. Deze uitstekende ministeriële ambtenaar voegde daaraan toe: Uw relaas is zeer interessant, zeer levendig, en zeer in overeenstemming met de plaatselijke gebeurtenissen, maar ik betreur het dat u een spelfout heeft gemist. Het woord gebaar staat in het mannelijk geslacht, zoals in "een gebaar, het gebaar"
Ik had namelijk aan het eind van mijn verslag van het leven van onze held geschreven: Icy s'arrête la geste du Reuze de Steinfort...
Ik denk niet dat Jan den Houtkapper zelf zo'n verpletterende klap had kunnen uitdelen. In ieder geval zou ik het hem vergeven hebben.
Ongetwijfeld heeft u, net als ik, gehoord van Jan den Houtkapper's tragische einde in Steenvoorde in mei 1940. Hij was daar een slachtoffer, een onschuldig slachtoffer... gemarteld. Zijn hoofd zat vast aan een tank die, naar ik heb vernomen, op weg was naar Duinkerken. Hij was een paar jaar geleden op een heel andere manier binnengekomen. Ik moet bekennen dat het horen van het verhaal van Jan den Houtkapper's einde mijn hart deed zinken...
Julien Prouharam
Onze lezers zullen ook met genoegen de tekst lezen van de "Histoire du Reuze van Steinfort, d'après un rapsode de l'époque", zoals die werd uitgedeeld bij de eerste voorstelling van Jan den Houtkapper op 22 maart 1914 en zoals we die vonden in een exemplaar van de prospectus voor dit festival, dat gelukkig twee oorlogen overleefde. Laten we hopen dat het gebaar van de Reuze de Steenvoorde (met alle respect voor de eminente spellingcensor) niet eindigt met een ritje op de koepel van een tank in mei 1940.
Uittreksel uit La Voix du Nord Hazebrouck 25 april 1981.
La De foto is genomen op 8 juli 1928tijdens de festiviteiten in Cassel ter gelegenheid van de inhuldiging van het monument voor maarschalk Foch.
Er was een optocht georganiseerd met bijna dertig reuzen uit heel Frans en Belgisch Vlaanderen. M.P.Cnockaert en de Vrienden van Gambrinus hebben voor ons enkele namen van de figuranten gevonden.
Van links naar rechts en van onder naar boven: Voorste rij: Ernest Delaeter, Michel Couture, Maurice Sénéchal, Gilbert Gilloots, Raphaël François, Félix Vuylsteker, Georges Delaeter, Louis Cahon, André D'Haudt, Henri Ruckebusch, Marcel Delaeter, Paul Spilmacker, Joseph Ruckebusch, Arthur Denaes, Michel Deram, Paul Delaeter, Rémi Poissonnier.
Op de tweede rij: Jules Delaeter, Léon Vuylsteker, Félix Cappelaere, Cyrille Deschuytter, Jules Pladys, Michel Haverbeque, Robert Théry, Georges Varey, Maurice Meese, André Dereeper, Cyrille Couture, André Vannobel, Maxime Pollet, Jules Maes, Albert Decoster, Maxime Bry, Lucien Gilloots, André Maes, Roger Hollande, Jérôme Peel (dirigent van de Philharmonie in die tijd), Roger Wyart, Paul Leduc, César Gilloots (stichtend voorzitter van de Vrienden van Fromulus en promotor van Jean le Bûcheron, die hij in beeld had gebracht).
Derde rij: Michel Verhille, Raoul Barigel, Auguste Verhille, Daniel Declerck, Albert Delewil, Michel Pladys en René Six.
De namen van de mensen werden gevonden dankzij twee muzikanten op de foto M.Haverbeque en G.Delaeter.
Automatische vertaalservice: DeepL Vertaler
Ontwerp geantsteenvoorde.fr
Copyright © februari 2023
Pascal Cnockaert
Site gehost door: planethoster
Referenties en bronnen: Bulletin Officiel Municipal 3ème trimestre (1964) -Bulletin Officiel Municipal N° 2 (1970) - Steenvoorde Info N°4 Juin (1994) - Revue Le Lion de Flandre Artois Boulonnais Hainaut N° 30 Juin (1943) - Jean Yves Cnapelynck, fotoarchief (Carnaval de Steenvoorde 1950 et 1951) - L'homme qui fabrique des géants, Nord-France (1948) - La Ballade des Géants de la Flandre maritine Française, Maurice Millon (1970) - Indicateur des Flandre, april 1979 - Indicateur des Flandres, Geo Hennebelle - Voix du Nord Hazebrouck, april 1981 - Mondeling erfgoed, audio-opname:Georges Delaeter en Michel Haverbeque (1979) - Fiche PCI en France - Géants du Nord/Pas-de-Calais, Robert Chaussois (1998) - Dictionnaire des Géants du nord de la France, Gérard Tourpier (2007) - Gigantia, Un Mundo de Gigantes (2021) - Webarchieven: geant-belle-helene-org - les-amis-de-fromulus.com - mcsteenvoordois.fr - musique-steenvoorde.fr.
Er zijn geen bronnen die nooit fout zijn en geen bronnen die altijd fout zijn.